Logo

Parochie Heilig Kruis

Laatste nieuws

Naastenliefde door de eeuwen heen

6 oktober 2025

Lees meer


Lezing voor de dag: 8 oktober 2025

Datum: 8 oktober 2025

Eerste lezing: Uit de profeet Jona, 4, 1-11.
Jona vond het besluit van de Heer heilloos en hij werd zeer ontstemd. Hij bad tot de Heer: Ach Heer, had ik het niet gedacht, toen ik nog in mijn land was. Daarom ben ik ook aanstonds maar naar Tarsis gevlucht. Ik wist immers, dat Gij een medelijdende en barmhartige God zijt, lankmoedig en rijk aan liefde, altijd geneigd om spijt te krijgen over aangezegd onheil. Gij kunt nu mijn levensadem wel van mij wegnemen, Heer: de dood is mij liever dan het leven. Maar de Heer vroeg: Is er wel reden om zo ontstemd te zijn? Jona ging de stad uit en aan de oostkant van de stad gekomen, ging hij daar zitten. Hij maakte zich een loofdak en ging daaronder in de schaduw zitten uitkijken, wat er met de stad zou gebeuren. Nu liet de Heer God een ricinusboom opschieten, tot boven Jona uit, om zijn hoofd te beschaduwen en hem zo van zijn wreveligheid te genezen. Jona was opgetogen over die boom. Maar toen beschikte God het zo, dat er de volgende dag in alle vroegte een worm kwam, die de boom aanvrat en deed verdorren. Bovendien zond God, zodra de zon was opgekomen, een verzengende oostenwind, en de zon stak zo hevig op Jona’s hoofd, dat hij uitgeput neerzonk. Hij verlangde te sterven en zei: De dood is mij liever dan het leven. Maar God vroeg aan Jona: Is er wel reden om zo ontstemd te zijn over die ricinusboom? Hij antwoordde: Ja, ik heb reden om dodelijk ontstemd te zijn. Daarop sprak de Heer: Gij zijt begaan met die ricinusboom, waarvoor gij niets hebt gedaan en die gij niet hebt opgekweekt, die boom die tussen de ene nacht en de andere is opgeschoten en verdwenen? En Ik zou dan niet begaan zijn met Nineve, de grote stad Nineve, waar behalve de vele dieren, zoveel mensen wonen – meer dan twaalf tienduizendtallen – mensen die het verschil tussen hun rechter- en hun linkerhand niet weten?

Tussenzang: Ps. 86 (85), 3-4. 5-6. 9-10.

Antifoon: Gij, Heer, mijn God, zijt barmhartig en goed,
geduldig, mild en betrouwbaar.

Mijn God zijt Gij toch, heb erbarmen met mij,
voortdurend roep ik tot U.
Verblijd het hart van uw dienaar, Heer,
ik richt mij tot U vol vertrouwen.

Gij zijt immers goed en genadig, Heer,
barmhartig voor elk die U aanroept.
Luister dan, Heer, naar mijn bidden,
geef acht op mijn smekende stem.

Eens komen de volken, uw schepselen, weer
om U te aanbidden, uw Naam te loven.
Want groot zijt Gij, Heer, en groot is uw schepping,
Gij zijt de enige God.

Alleluia: Jak. 1, 21.
Alleluia. Neemt met zachtmoedigheid het woord van God aan dat in u werd geplant en de kracht bezit uw zielen te redden. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas, 11, 1-4.
Op een keer was Jezus ergens aan het bidden. Toen Hij ophield zei een van zijn leerlingen tot Hem: Heer, leer ons bidden, zoals Johannes het ook aan zijn leerlingen geleerd heeft. Hij sprak tot hen: Wanneer ge bidt, zegt dan: Vader, Uw Naam worde geheiligd, Uw Rijk kome. Geef ons iedere dag ons dagelijks brood, en vergeef ons onze zonden, want ook wijzelf vergeven aan ieder die ons iets schuldig is. En leid ons niet in bekoring.

Terug naar overzicht
Deel deze lezing van de dag: