Lezing voor de dag: 3 september 2025

Datum: 3 september 2025

Woensdag in week 22 door het jaar

Gedachtenis van de heilige Gregorius de Grote, paus en kerkleraar
Gregorius werd omstreeks 540 te Rome geboren. Reeds vroeg kwam hij in de Romeinse magistratuur en werd stadsprefect. Later trad hij in het klooster en werd hij diaken gewijd. Gedurende enige tijd was hij ook pauselijk gezant te Constantinopel. Op 3 september 590 werd hij tot de pauselijke waardigheid verheven. In zijn bestuur, in zijn zorg voor de armen en voor de verbreiding en bevestiging van het geloof toonde hij zich een ware herder. Veel schreef hij over het christelijk leven en andere theologische onderwerpen. Hij stierf op 12 maart 604. Paus Bonifatius VIII verleende hem in 1295 de eretitel van kerkleraar.

Feest van de Verjaardag van de wijding van de kathedraal (bisdom Roermond)

Eerste lezing: Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Kolosse, 1, 1-8.
Van Paulus, door Gods wil apostel van Christus Jezus, en van onze broeder Timoteüs, aan de gemeente van Kolosse, onze broeders in het geloof en in Christus. Genade voor u en vrede vanwege God onze Vader. Wij zeggen God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, dank, telkens als wij u in onze gebeden gedenken. Wij hebben immers gehoord van uw geloof in Christus Jezus en van de liefde die gij alle heiligen toedraagt, omdat gij bezield zijt door de hoop op wat voor u in de hemel is weggelegd. Gij hebt daarvan het eerst vernomen toen het Evangelie, het woord van de waarheid, tot u kwam. In heel de wereld is het trouwens bezig vrucht te dragen en te gedijen, evenals bij u, sinds de dag dat gij gehoord hebt van Gods genade en haar in waarheid hebt erkend. Zo hebt gij het geleerd van Epafras, onze dierbare medewerker, die voor u een vertrouwd dienaar van Christus is. Van hem hebben wij vernomen welke liefde door de Geest in u gewekt is.

Tussenzang: Ps. 52 (51), 10. 11.

Antifoon: Ik vertrouw op Gods goedheid voor immer.

Ik sta in Gods huis als een groene olijfboom,
vertrouw op zijn goedheid voor immer.

U, Heer, zal ik altijd danken,
want Gij hebt dit alles gedaan.
Uw Naam zal ik loven voor al uw getrouwen,
omdat Gij goedgunstig zijt.

Alleluia: Ps. 119 (118), 27.
Alleluia. Leid mij op de weg van uw bevelen, Heer, dan zal ik uw daden indachtig zijn. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas, 4, 38-44.
In die tijd verliet Jezus de synagoge van Kafarnaüm en ging het huis van Simon binnen. Omdat de schoonmoeder van Simon hoge koorts had, riepen ze voor haar zijn hulp in. Hij kwam aan het hoofdeinde van haar bed staan en gaf een streng bevel aan de koorts. Zij werd ervan bevrijd en ogenblikkelijk stond zij op en bediende hen. Bij zonsondergang brachten allen hun zieken naar Hem toe; die zieken leden aan velerlei kwalen. Hij genas hen door ze een voor een de handen op te leggen. Uit velen gingen ook duivels weg, die schreeuwden: Gij zijt de Zoon van God. Hij gaf een streng bevel en liet niet toe dat zij spraken, want zij wisten dat Hij de Messias was. Toen het dag geworden was ging Hij naar buiten en begaf zich naar een eenzame plaats. De mensen zochten Hem echter, kwamen waar Hij was en poogden Hem vast te houden om te verhinderen dat Hij hen zou verlaten. Maar Hij sprak tot hen: Ik moet ook aan andere steden de Blijde Boodschap van het Godsrijk brengen, want daarvoor ben Ik gezonden. En hij predikte in de synagogen van het Joodse Land.

Lezingen bij het feest van de Verjaardag van de wijding van de kathedraal (bisdom Roermond)

Eerste lezing: Uit de profeet Ezechiël, 43, 1-2. 4-7a.
In die tijd bracht de engel mij naar de poort, naar de poort die op de oostkant ligt, en daar zag ik, Ezechiël, de heerlijkheid van de God van Israël uit het oosten aankomen. Het klonk als het gedruis van geweldige wateren. De heerlijkheid van de Heer ging door de poort die op de oostkant ligt, de tempel binnen. De geest nam mij op en bracht mij naar de binnenste voorhof. Daar zag ik hoe de heerlijkheid van de Heer de tempel vervulde. Toen hoorde ik uit de tempel iemand tot mij spreken, terwijl de engel nog naast mij stond. Hij zei tot mij: Mensenkind, dit is de plaats van mijn troon en de plaats van mijn voetzolen, de plaats waar Ik wil wonen onder de zonen van Israël, voor altijd.

Tussenzang: 1 Kron. 29, 10. 11abc. 11d-12a. 12bcd.

Antifoon: Wij eren, Heer, uw luisterrijke Naam.

Gij zijt geprezen, Heer, in alle eeuwen,
Gij God van onze vader Israël.
Groot zijt Gij in uw daden, oppermachtig,
verheven, luisterrijk en hoog geëerd.

Want alles in de hemel en op aarde is het uwe,
Gij zijt de koning, Heer, die boven allen staat.
Van U zijn aanzien en bezit afkomstig,
al wat bestaat richt zich naar uw bevel.

Gij kunt beschikken over vaardigheid en krachten,
wat groot en sterk is hebt Gij zo gemaakt.

Alleluia: Apok. 21, 3.
Alleluia. Zie hier Gods woning onder de mensen. Hij zal bij hen wonen. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 10, 22-30.
In die tijd werd te Jeruzalem het feest van de tempelwijding gevierd. Het was winter en Jezus hield zich op in de tempel, in de Zuilengang van Salomo. De Joden kwamen in een kring om Hem heen staan en zeiden tot Hem: Hoelang houdt Gij ons nog in spanning? Als Gij de Messias zijt, zeg het ons dan ronduit. Jezus gaf hun ten antwoord: Ik heb het u gezegd, maar gij gelooft het niet. De werken die Ik in naam van mijn Vader doe, zij leggen getuigenis over Mij af. Maar gij gelooft niet, omdat gij niet tot mijn schapen behoort. Mijn schapen luisteren naar mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij. Ik geef hun eeuwig leven; zij zullen in eeuwigheid niet verloren gaan en niemand zal ze van Mij wegroven. Mijn Vader immers, die ze Mij gegeven heeft, is groter dan allen; en niemand kan iets uit de hand van mijn Vader roven. Ik en de Vader, Wij zijn één.

Terug naar overzicht
Deel deze lezing van de dag: