Zaterdag na de vijfde zondag van Pasen
Vrije gedachtenis van de heilige Beda, de Eerbiedwaardige, priester en kerkleraar
Deze heilige werd in 673 geboren op het grondgebied van de abdij van Wearmouth in Northumbrië (Engeland). Nadat hij wees was geworden, werd hij opgevoed door de heilige Benedictus Biscop, trad hij vervolgens in het klooster en werd hij later priester gewijd. Als benedictijn groeide Beda uit tot een van de grootste geleerden van zijn tijd. Hij was medicus, historicus, dichter, theoloog en bijbelexegeet. Hij werd vooral beroemd om zijn Geschiedenis van Engeland en zijn kerkelijke hymnen. Hij stierf in 735. In 1899 verhief paus Leo XIII hem tot kerkleraar.
Vrije gedachtenis van de heilige Gregorius VII, paus
Deze paus heette vóór zijn uitverkiezing Hildebrand. Hij werd rond het jaar 1028 in Toscane geboren en opgevoed in Rome. Daar werd hij monnik in een benedictijnenabdij. Als diaken adviseerde hij diverse pausen bij hun moeizame pogingen de Kerk te hervormen. Toen hijzelf paus was, deed hij er alles aan om de invloed van de wereldlijke macht op de Kerk te verminderen. Zo stelde hij het priestercelibaat in en kondigde hij de investituur af. Dat laatste hield in dat de adel geen bisschoppen en abten meer mocht benoemen. Daardoor kwam hij in conflict met de Duitse keizer Hendrik IV, omdat deze zonder pauselijke toestemming een bisschop had benoemd. Voor straf excommuniceerde Gregorius de keizer. Maar om zijn macht veilig te stellen, besloot Hendrik een boetetocht naar het pauselijk slot Canossa te maken. Daar smeekte hij Gregorius met succes om vergeving. De paus nam Hendrik weer op in de Kerk, maar wist niet dat de keizer al plannen had gesmeed hem uit de weg te ruimen. Gregorius sloeg op de vlucht en stierf in 1085 in zijn ballingsoord Salerno.
Vrije gedachtenis van de heilige Maria Magdalena de’ Pazzi, maagd
Catharina, geboren in 1566, was dochter van een adellijke familie uit Florence. Op zestienjarige leeftijd werd zij karmelietes in het klooster Santa Maria degli Angeli in Florence en nam de kloosternaam Maria Magdalena aan. Omdat ze ernstig ziek was, legde ze haar religieuze geloften af op een draagbaar in de kloosterkerk. Die avond kreeg ze een mystieke ervaring die leidde tot extases, die gedurende veertig dagen terugkwamen. Haar medezusters tekenden haar visionaire ervaringen op. Dat leidde tot de totstandkoming van het boek I quaranti giorni (De veertig dagen), een belangrijk werk in de Europese geschiedenis van de spiritualiteit. Zuster Maria Magdalena leefde zeer streng en legde zichzelf zware boetedoeningen op. Met haar verstervingen en gebeden wilde ze een bijdrage leveren aan de hervorming van de Kerk. Zij stierf in het jaar 1607.
Feest van de Wijding van de Kathedraal (bisdom Groningen-Leeuwarden)
Eerste lezing: Uit de Handelingen der Apostelen, 16, 1-10.
In die dagen kwam Paulus te Derbe en Lystra. Er was daar een leerling, Timoteüs genaamd, de zoon van een gelovig geworden Joodse vrouw, maar van een Griekse vader. Omdat hij bij de broeders van Lystra en Ikonium een goede naam had, wenste Paulus hem als reisgezel. Omwille van de Joden die in die streek woonden, liet hij hem besnijden, want iedereen wist dat zijn vader een Griek was. In de steden waar zij doorkwamen, kondigden zij voor de gelovigen de besluiten af, die genomen waren door de apostelen en oudsten in Jeruzalem. Zo werden de gemeenten versterkt in het geloof en ze namen met de dag in omvang toe. Daarna trokken ze door Frygië en de landstreek Galatië, omdat zij door de heilige Geest ervan weerhouden waren het woord te verkondigen in Asia. In Mysië gekomen maakten zij aanstalten om naar Bitynië te reizen, maar de Geest van Jezus stond hun dit niet toe. Zij trokken dus door Mysië en gingen naar Troas. Daar had Paulus ’s nachts een visioen; er stond een Macedoniër voor hem die hem smeekte: Steek over naar Macedonië en kom ons te hulp. Na zijn visioen zochten wij onmiddellijk een gelegenheid om naar Macedonië te vertrekken, want we maakten er uit op, dat God ons geroepen had om hun het Evangelie te verkondigen.
Tussenzang: Ps. 100 (99), 2. 3. 5.
Antifoon: Juicht voor de Heer, alle landen.Juicht voor de Heer, alle landen,
dient met blijdschap de Heer,
treedt onbezorgd voor zijn aanschijn.
Waarlijk de Heer is God,
Hij is de Schepper en Meester,
wij zijn kudde, zijn volk.
Hij is ons goed gezind,
eindeloos is zijn erbarmen,
trouw van geslacht op geslacht.
Alleluia: Apok. 1, 5ab.
Alleluia. Jezus Christus, getrouwe Getuige, Eerstgeborene van de doden; Gij hebt ons liefgehad en van de zonden verlost in uw bloed. Alleluia.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 15, 18-21.
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Als de wereld u haat, bedenkt dan dat zij Mij eerder heeft gehaat dan u. Als gij van de wereld zoudt zijn, zou de wereld liefhebben wat haar toebehoort. Daar gij echter niet van de wereld zijt, maar Ik u uit de wereld heb uitgekozen, daarom haat de wereld u. Herinnert u wat Ik u gezegd heb: een dienaar staat niet boven zijn heer. Als ze Mij vervolgd hebben, zullen ze ook u vervolgen. Als ze mijn woord onderhouden hebben, zullen ze ook het uwe onderhouden. Maar dit alles zullen zij u vanwege mijn Naam aandoen, want Hem die Mij gezonden heeft, kennen zij niet.
Lezingen bij het feest van de verjaardag van de wijding van de kathedraal (bisdom Groningen-Leeuwarden)
Er kunnen ook andere lezingen genomen worden.
Eerste lezing: Uit de profeet Ezechiël, 43, 1-2, 4-7a.
In die tijd bracht de engel mij naar de poort, naar de poort die op de oostkant ligt, en daar zag ik, Ezechiël, de heerlijkheid van de God van Israël uit het oosten aankomen. Het klonk als het gedruis van geweldige wateren. De heerlijkheid van de Heer ging door de poort die op de oostkant ligt, de tempel binnen. De geest nam mij op en bracht mij naar de binnenste voorhof. Daar zag ik hoe de heerlijkheid van de Heer de tempel vervulde. Toen hoorde ik uit de tempel iemand tot mij spreken, terwijl de engel nog naast mij stond. Hij zei tot mij: Mensenkind, dit is de plaats van mijn troon en de plaats van mijn voetzolen, de plaats waar Ik wil wonen onder de zonen van Israël, voor altijd.
Tussenzang: 1 Kron. 29, 10, 11abc, 11d-12a, 12bcd.
Antifoon: Wij eren, Heer, uw luisterrijke Naam.
Gij zijt geprezen, Heer, in alle eeuwen,
Gij God van onze vader Israël.
Groot zijt Gij in uw daden, oppermachtig,
verheven, luisterrijk en hoog geëerd.
Want alles in de hemel en op aarde is het uwe,
Gij zijt de koning, Heer, die boven allen staat.
Van U zijn aanzien en bezit afkomstig,
al wat bestaat richt zich naar uw bevel.
Gij kunt beschikken over vaardigheid en krachten,
wat groot en sterk is hebt Gij zo gemaakt.
Alleluia: Apok. 21, 3.
Alleluia. Zie hier Gods woning onder de mensen. Hij zal bij hen wonen. Alleluia.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 10, 22-30.
In die tijd werd te Jeruzalem het feest van de tempelwijding gevierd. Het was winter en Jezus hield zich op in de tempel, in de Zuilengang van Salomo. De Joden kwamen in een kring om Hem heen staan en zeiden tot Hem: Hoelang houdt Gij ons nog in spanning? Als Gij de Messias zijt, zeg het ons dan ronduit. Jezus gaf hun ten antwoord: Ik heb het u gezegd, maar gij gelooft het niet. De werken die Ik in naam van mijn Vader doe, zij leggen getuigenis over Mij af. Maar gij gelooft niet, omdat gij niet tot mijn schapen behoort. Mijn schapen luisteren naar mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij. Ik geef hun eeuwig leven; zij zullen in eeuwigheid niet verloren gaan en niemand zal ze van Mij wegroven. Mijn Vader immers, die ze Mij gegeven heeft, is groter dan allen; en niemand kan iets uit de hand van mijn Vader roven. Ik en de Vader, Wij zijn één.