Maandag na de tweede zondag van Pasen
Vrije gedachtenis van de heilige Petrus Chanel, priester en martelaar
Pierre-Louis-Marie Chanel werd in 1803 in het Franse dorp Cuet geboren. Na zijn priesterwijding was hij enige tijd als kapelaan en pastoor werkzaam. Later trad hij in bij de Sociëteit van Maria (maristen) en vertrok hij als missionaris naar Oceanië. Daar stuitte zijn werk op zeer veel tegenstand. Toch slaagde hij erin een aantal autochtonen tot het geloof te bekeren en te dopen, waaronder de zoon van stamhoofd Niuliki van het eiland Futuna. Deze raakte daardoor zo beledigd dat hij pater Chanel op 28 april 1841 liet doden. Daarmee werd de missionaris de eerste martelaar van de maristen. Een oudchristelijk gezegde luidt: ‘Het bloed der martelaren is het zaad der Kerk’. Dat gaat geheel op voor Petrus Chanel. Na zijn bloedige marteldood werd de bevolking van Futuna collectief katholiek. Paus Pius XII verklaarde hem heilig in 1954.
Vrije gedachtenis van de heilige Lodewijk Maria Grignion de Montfort, priester
Lodewijk-Maria werd geboren in 1673 in Montfort-sur-Meu, Frankrijk. Na zijn priesterwijding in 1700 werkte hij vijf jaar als ziekenhuispastor. Zijn ware roeping vond hij op 32-jarige leeftijd, toen hij ontdekte dat de plattelandsbevolking dringend geloofsonderricht nodig had. Daarop besloot hij als volksprediker rond te trekken in de Vendée en Bretagne. In 1715 stichtte hij de Gemeenschap van de Dochters der Wijsheid. Deze Montfortzusters hielden zich bezig met ziekenzorg en onderwijs aan arme kinderen. Na de dood van Lodewijk-Maria stichtten zijn mannelijke volgelingen de Montfortaanse Sociëteit van Maria (Montfortanen). Hun spiritualiteit berust op de uitspraak van Lodewijk-Maria: ‘Door Maria is Christus in de wereld gekomen; door Haar moet Hij in de wereld regeren!’ Hij stierf op 28 april 1716 in St-Laurent-sur-Sèvre. Paus Pius XII verklaarde hem heilig in 1947.
Eerste lezing: Uit de Handelingen der Apostelen, 4, 23-31.
In die dagen gingen Petrus en Johannes na hun vrijlating naar hun eigen mensen en brachten verslag uit over alles wat de hogepriesters en oudsten tot hen gezegd hadden. Toen zij dit hoorden, verhieven zij eensgezind hun stem tot God en baden: Heer, Gij zijt het die hemel en aarde, de zee en alles wat daarin is, gemaakt hebt, die door de heilige Geest bij monde van David, uw dienaar, gezegd hebt: Waarom tieren de volken en zinnen de naties op ijdele plannen? De koningen der aarde stellen zich op en de vorsten spannen samen tegen de Heer en tegen zijn Gezalfde. Inderdaad, ze hebben in deze stad samengespannen tegen uw heilige dienaar Jezus die Gij gezalfd hebt: zowel Herodes als Pontius Pilatus, tezamen met de heidenen en de stammen van Israël, om alles te doen wat uw hand en raadsbesluit tevoren bepaald had dat geschieden moest. Maar nu, Heer, schenk aandacht aan hun bedreigingen en geef uw dienaren dat zij in alle vrijmoedigheid uw woord mogen verkondigen, en laat door het uitstrekken van uw hand genezingen en wondertekenen geschieden door de naam van uw heilige dienaar Jezus. Na hun gebed beefde de plaats waar ze bijeen waren. Allen werden vervuld van de heilige Geest en verkondigden vrijmoedig het woord Gods.
Tussenzang: Ps. 2, 1-3. 4-6. 7-9.
Antifoon: Gelukkig degenen die de Heer vereren.Waarom zijn de volken rumoerig,
beramen de naties verzet?
De heersers der aarde komen in opstand,
de machthebbers vinden elkaar
tegen de Heer en zijn Gezalfde.
Laat ons hun boeien verbreken,
hun ketenen werpen wij af.
Die woont in de hemel, Hij lacht,
de Heer drijft de spot met hen.
Dan vaart Hij uit in zijn gramschap
en slaat hen met schrik voor zijn toorn:
Ik zelf heb mijn koning aangesteld
op Sion, mijn heilige berg.
Dit is het besluit van de Heer:
Hij sprak tot mij; gij zijt mijn zoon,
Ik heb u heden verwekt.
Vraag Mij, Ik geef u de volken als erfdeel,
schenk u de aarde als eigendom.
Breek hun verzet met ijzeren scepter,
sla hen in stukken als potten van klei.
Alleluia: Lc. 24, 46.
Alleluia. Christus moest lijden en sterven en opstaan uit de doden, en aldus binnengaan in zijn heerlijkheid. Alleluia.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 3, 1-8.
Er was onder de Farizeeën iemand die Nikodémus heette. Hij behoorde tot de voornaamsten van de Joden. Eens kwam deze in de nacht bij Jezus en zei: Rabbi, wij weten dat Gij van Godswege als leraar gekomen zijt, want niemand kan die tekenen doen die Gij verricht als God niet met hem is. Jezus gaf hem ten antwoord: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als iemand niet wedergeboren wordt, kan hij het Rijk Gods niet zien. Nikodémus zei tot Hem: Hoe kan een mens geboren worden als hij al oud is? Kan hij soms in de schoot van zijn moeder terugkeren en opnieuw geboren worden? Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als iemand niet geboren wordt uit water en geest, kan hij het Rijk Gods niet binnengaan. Wat geboren is uit het vlees is vlees, en wat geboren is uit de Geest is geest. Verwonder u niet dat Ik u zei: gij moet opnieuw geboren worden. De wind blaast waarheen hij wil; gij hoort wel zijn gesuis, maar weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat; zo is het met ieder die geboren is uit de Geest.