Lezing voor de dag: 5 juni 2025

Datum: 5 juni 2025

Donderdag na de zevende zondag van Pasen

Gedachtenis van de heilige Bonifatius, bisschop en gezellen, martelaren
Feest van de heilige Bonifatius, bisschop, patroon van het bisdom, en gezellen, martelaren (bisdom Groningen-Leeuwarden)
Bonifatius werd omstreeks 673 als Winfried geboren in Wessex, Engeland. Hij was monnik van de abdij van Exeter. In 716 maakte hij de oversteek naar het Europese vasteland om daar het geloof onder de Friezen en in een groot deel van het tegenwoordige Duitsland te verkondigen. Zijn werkzaamheid vond erkenning bij het hoogste kerkelijke gezag te Rome, dat hem achtereenvolgens tot bisschop, aartsbisschop en pauselijk legaat verhief. Na de dood van Willibrord nam Bonifatius enige tijd de herderlijke zorg voor diens missiegebied op zich. Hij stichtte het bisdom Mainz en de abdij van Fulda. Ook riep hij verscheidene regionale concilies bijeen en vaardigde vele bepalingen uit om het kerkelijke leven in de pas bekeerde streken te regelen. Op 80-jarige leeftijd besloot Bonifatius tot een missiereis naar het land der Friezen. Op 5 juni 754 werd hij bij Dokkum door heidenen overvallen en vermoord. Ook zijn hulpbisschop Eobanus, de priester Athalarius en vijftig ander christenen stierven er de marteldood. Bonifatius’ stoffelijk overschot werd aanvankelijk naar Utrecht overgebracht en later naar Mainz. Thans rust zijn lichaam in de Dom van Fulda. Bonifatius wordt vereerd als ‘Apostel van Friesland en Duitsland’.

Eerste lezing: Uit de Handelingen der Apostelen, 22, 30 + 23, 6-11.
In die dagen wilde de bevelhebber nauwkeurig weten waarvan Paulus door de Joden beschuldigd werd. Hij liet hem daarom uit de gevangenis halen en gaf bevel, dat de hogepriesters en heel het Sanhedrin zouden bijeenkomen. Daarna liet hij Paulus erheen brengen en vóór hen plaats nemen. Wetend dat het Sanhedrin ten dele uit Sadduceeën en ten dele uit Farizeeën bestond, riep Paulus nu in het Sanhedrin uit: Mannen broeders, ik ben een Farizeeër en een zoon van Farizeeën. Om de verwachting en de opstanding der doden sta ik terecht. Toen hij dit gezegd had, ontstond er twist tussen de Farizeeën en Sadduceeën en de vergadering raakte verdeeld. De Sadduceeën houden immers dat er geen opstanding is en dat er geen engelen of geesten bestaan, terwijl de Farizeeën beide aannemen. Zo ontstond er groot tumult en enige schriftgeleerden van de partij der Farizeeën verzekerden met grote heftigheid: We vinden niets verkeerds in deze man. Als er eens een geest of een engel tot hem gesproken heeft? Daar de onenigheid nog erger werd en daar de bevelhebber begon te vrezen dat zij Paulus zouden verscheuren, gelastte hij de soldaten naar beneden te komen om hem haastig uit hun midden weg te halen en naar de kazerne te brengen. In de volgende nacht stond de Heer vóór hem en sprak: Houd goede moed; want zoals gij voor mijn zaak getuigd hebt in Jeruzalem, zo zult ge het ook in Rome moeten doen.

Tussenzang: Ps. 16 (15), 1-2a. 5. 7-8. 9-10. 11.

Antifoon: Behoed mij, God, tot U neem ik mijn toevlucht.

Behoed mij, God, tot U neem ik mijn toevlucht;
Gij zijt mijn Heer, ik erken het.
De Heer is mijn erfdeel, mijn dronk uit de beker,
Hij heeft mijn lot in zijn hand.

Ik dank de Heer die mij altijd geleid heeft,
Hij spreekt ook des nachts in mijn hart.
Steeds houd ik mijn ogen gericht op de Heer,
ik val niet, want Hij staat naast mij.

Daarom ben ik vrolijk en blij van geest,
daarom kan ik rustig gaan slapen.
Mijn ziel laat Gij niet aan het dodenrijk over,
Gij levert uw dienaar niet uit aan het graf.

Gij zult mij de weg van het leven wijzen
om heel mijn vreugde te vinden bij U,
bestendig geluk aan uw zijde.

Alleluia: Joh. 16, 7. 13.
Alleluia. De Geest der waarheid zal Ik tot u zenden, zegt de Heer, en Hij zal u tot de volle waarheid brengen. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 17, 20-26.
In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en bad: Niet voor mijn leerlingen alleen bid Ik, maar ook voor hen die door hun woord in Mij geloven, opdat zij allen één mogen zijn zoals Gij, Vader, in Mij en Ik in U: dat zij ook in Ons mogen zijn opdat de wereld gelove dat Gij Mij gezonden hebt. Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die Gij Mij geschonken hebt, opdat zij één zijn zoals Wij één zijn: Ik in hen en Gij in Mij, opdat zij volmaakt één zijn en opdat de wereld zal erkennen, dat Gij Mij hebt gezonden en hen hebt liefgehad zoals Gij Mij hebt liefgehad. Vader, Ik wil dat zij die Gij Mij gegeven hebt met Mij mogen zijn waar Ik ben, opdat zij mijn heerlijkheid mogen aanschouwen die Gij Mij gegeven hebt, daar Gij Mij lief hebt gehad vóór de grondvesting van de wereld. Rechtvaardige Vader, al heeft de wereld U niet erkend, Ik heb U erkend, en dezen hier hebben erkend dat Gij Mij gezonden hebt. Uw naam heb Ik hun geopenbaard en Ik zal dit blijven doen, opdat de liefde waarmee Gij Mij hebt liefgehad in hen moge zijn en Ik in hen.

Lezingen bij het feest van de heilige Bonifatius, bisschop, patroon van het bisdom, en gezellen, martelaren (bisdom Groningen-Leeuwarden)

Eerste lezing uit de Handelingen van de apostelen, 26, 19-23.
In die dagen sprak Paulus tot koning Agrippa: Nooit ben ik ongehoorzaam geweest aan het hemels visioen dat mij overkwam, maar ik heb eerst gepredikt aan de mensen in Damascus en Jeruzalem en vervolgens in heel het gebied van Judea en ook aan de heidenen, dat zij tot inkeer moesten komen en zich bekeren tot God en daden stellen, die bij de bekering passen. Om die reden grepen mij de Joden in de tempel en trachtten mij te vermoorden. Met Gods hulp houd ik stand tot op deze dag en leg ik getuigenis af voor klein en groot. Ik zeg niets anders dan wat ook de profeten en Mozes hebben verklaard dat gebeuren zou, namelijk dat de Christus moest sterven en dat Hij als eerste uit de opstanding der doden het licht zou verkondigen aan het volk en aan de heidenen.

Tussenzang Ps. 117 (116), 1. 2.

Refrein: Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het Evangelie aan heel de schepping (Mc. 16, 15)

Looft nu de Heer, alle naties der aarde,
huldigt de Heer, alle volken rondom.

Omdat Hij bij ons zijn goedheid getoond heeft;
de trouw van de Heer houdt in eeuwigheid stand.

Alleluia: Lc. 4, 18-19.
Alleluia. De Heer heeft Mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 10, 11-16.
In die tijd zei Jezus: Ik ben de goede herder. De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen. Maar de huurling, die geen herder is en geen eigenaar van de schapen, ziet de wolf aankomen, laat de schapen in de steek en vlucht weg; de wolf rooft ze en jaagt ze uiteen. Hij is dan ook maar een huurling en heeft geen hart voor de schapen. Ik ben de goede herder. Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij, zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen. Ik heb nog andere schapen, die niet uit deze schaapsstal zijn. Ook die moet ik leiden en zij zullen naar mijn stem luisteren en het zal worden: één kudde, één herder.

Terug naar overzicht
Deel deze lezing van de dag: